Warmtepomp

Een warmtepomp is een apparaat dat zeer efficiënt laagwaardige warmte kan genereren, zoals bijvoorbeeld voor de verwarming van gebouwen benodigd is. Het grote verschil tussen een warmtepomp en een conventionele verwarming is dat een warmtepomp niet probeert de warmte te genereren uit een andere vorm van energie, zoals een CV de chemische energie uit het aardgas door verbranding omzet in warmte, maar energie verplaatst en concentreert. Een warmtepomp werkt daarvoor als een soort van omgekeerde koelkast. Een koelkast pompt warmte uit de koelkast naar de radiator aan de achterkant en wordt daardoor aan de binnenkant koud, een warmtepomp pompt warmte uit de tuin in het huis. De tuin koelt daardoor af en het huis wordt warmer. Waar bij conventionele opwekking maximaal 100% efficiëntie te behalen is, kan een warmtepomp een veelvoud van de energie die erin gestopt wordt om te pompen verplaatsen. Dit betekent dat een warmtepomp voor iedere eenheid energie die erin gaat een veelvoud naar binnen kan brengen. De verhouding tussen deze twee heet de COP (Coefficient Of Performance). Voor moderne warmtepompen kan de COP oplopen tot 6. Dit betekent dat er zes keer meer energie het huis binnen komt dan er de pomp in gaat aan elektriciteit. Effectief komt dit dus op 600% efficiëntie neer.

In de regel wordt voor warmtepompen bijvoorbeeld relatief warm grondwater gebruikt. De energie efficientie bestaat dan niet alleen uit de efficientie van de warmtepomp zelf maar ook uit het benutten van de warmte uit het relatief warme grondwater. Er zijn zelfs projekten waar in de zomer het grondwater zelfs wordt opgewarmd.